Dagen veranderen // Deel I

Ons eerste uur van tweeduizendenachtien voelt klein en veilig. We staan in een deken van mist, afgebakend van een wereld die er even niet is. Het vuurwerk is het enige dat doet weten van mensen om ons heen en het voelt fijn. Mijn handen diep weggestopt in de zakken van mijn jas, mijn adem warm in mijn sjaal. Soms praten we maar het meeste van de tijd zijn we stil. 

Ik denk dat hij net als mij denkt over wat er komen zal. Soms is er zoveel dat er in het hoofd leeft dat het fijn is om stil naast elkaar te staan. Om te praten met jezelf in de aanwezigheid van een ander. Het mooiste in vriendschap is het punt waar dat voelt als openheid in plaats van fragiel en kwetsbaar zijn. Het voelt als een nieuwe laag en ik ben blij dat we daar staan, hier in de mist. 

Achter de ramen ziet het er knus en warm uit. We maakten Hannah wakker en in haar pyjama zit ze opgekruld tegen M. Haar ogen slaperig maar vol van spanning en haar knuffel stevig vastgeklemt in haar beide handen. De deken die over haar en haar lieve vriendje ligt is bezaaid met poedersuiker van de oliebol die ze zojuist nog mochten eten. En ik hoop dat ze zich momenten als deze later zal herinneren, ik weet dat ik dat zeker zal doen.

Er is iets magisch aan het eerste uur van een nieuw jaar. Het inademen van het oude en uitademen van het nieuwe. In de verwachtingen. De stilte voor het losbarsten buiten. Hoe alles nog leeg en open, helder, lijkt. En dit jaar voel ik het helemaal. Dit jaar wordt het anders. Misschien eindelijk, maar het leven zal veranderen. Dit jaar dwingen we onszelf weer vooruit. 

Op het randje van het oude jaar stopte ik met therapie. Niet omdat ik er klaar voor was maar omdat er ruimte moest komen tussen de dood, rouwen en het leven. Zo werd mij verteld. En in mijn verdriet, radeloosheid en wanhoop voelde ik dat niet, maar me afgewezen en niet geholpen in plaats. Ik was boos, misschien, maar onuitgesproken en verviel zo makkelijk in de patronen die ik al eerder aan het doorbreken was. Of in ieder geval, een poging deed tot. 

Maar nu, in de weken zonder, voel ik hoe de tijd zich in mij nestelt, zonder echt te snappen wat dat precies betekent. Soms lijkt het zo helder van waar ik mezelf terug het leven in moet vechten. En dan zijn er de dagen waarin ik mij weer vastklamp in mijn eindeloze zoektocht. Naar hem, naar antwoorden, naar houvast. Naar verdrinken in de chaos van de dood. Verzuipen is zelfvernietigend leerde ik, maar nog steeds de enige manier om vast te houden aan wat ik weiger los laten. 

Dan heb ik een afspraak in het ziekenhuis voor een erfelijkheidsonderzoek. Eén die helemaal los staat van Otis. Maar wel maakt dat ik weer zit in het kamertje waar ik toen zat, met de arts van de moeilijkste gesprekken ooit in het leven. En ik duizel makkelijk en verval en verlies mezelf volledig in de afstand die ik niet nemen kan. De dagen erna zijn donker, de weken opnieuw onmogelijk. En voor het eerst durf ik toe te geven aan de diagnose die me al maanden eerder toegeworpen werd. Ik rouw niet, ik overleef en vecht met een trauma. 

We gaan verhuizen en ik loop voor de laatste keer door ons huis. Het is kaal. Elke kamer klinkt eenzaam leeg en hol. Ons thuis. Ons thuis voor negen jaar. Hier werd ik moeder. Voor de eerste keer, voor de tweede keer. Het thuis waar ik nacht na nacht voedend op de bank zat met Hannah groeiend in mijn armen. Dit was thuis toen de wereld onder mijn voeten vandaan viel. Waar ik de laatste nacht met Otis thuis op de bank bleef zitten. Wachtend tot de zon weer kwam. Angstig voor als de zon weer kwam…

Het huis loslaten wat ons enige thuis was als gezin van vier valt me zwaar. En al was het maar voor een kwestie van dagen, er ligt zoveel liefde in dat kleine beetje met hem. Dit zal voor altijd ons enige thuis zijn waar we compleet waren, compleet met ons hele gezin. En het maakt me verdrietig en ik zou voor altijd hier willen wonen, enkel om hem en om dit. 

Maar ons nieuwe huis heeft zoveel van waar ik altijd al van droomde. Grote, ruime kamers, veel licht en houten balken aan het plafond. Een bad en een tuin. Het strand dichtbij en eindeloos veel mogelijkheden om dit nieuwe huis een thuis te maken. Ondanks alles wat ik los moet laten loop ik er naar binnen met mijn hart vol hoop. 

Er zijn dagen dat er niet veel meer tussen ons in hangt dan kwetsbare lucht.

We zitten aan ons kleine tafeltje in de keuken. De stilte is ongrijpbaar. Ik staar naar buiten, naar de grijze lucht en zwarte kraaien die tussen de bomen door vliegen. Mijn koffie staat voor me maar ik nam nog geen slok. De knoop in mijn maag maakt me misselijk en eenzaam. Ik werd wakker met het gewicht van zijn afwezigheid drukkend op mijn borstkast en verdriet kan zo overheersend zijn. 

M. roert veel te lang in haar koffie. Haar blik blijft oneindig op haar telefoon gericht en ik twijfel of ze het niet ziet of negeert of niet opmerken wil. Er waren al zoveel ochtenden dat ik probeer om connectie te vinden in ons verdriet samen maar ik stilte krijg in plaats. Het doet pijn en ik voelde me nog nooit zo alleen in mijn gevoel, als dat ik doe in mijn weg vinden zonder. Toch probeer ik mezelf te herpakken. Ik weet waar ik sta, mijn manier van leven na Otis zijn komst is misschien niet zoals de besten het doen. Misschien moet ik meer mijn best doen om weer iemand te zijn, mijzelf te zijn al weet ik amper nog van wie ik ben op de moeilijkste dagen.

Een liefste vriendin neemt me mee naar het strand. De zee is wild en de wind slaat met harde vlagen onze woorden de vlakte over. Maar het is heerlijk, als altijd. We lopen tot het zand in onze haren zit en kruipen dan bij de open haard in ons favoriete tentje. Drinken koffie, eten taart en filosoferen over de zin van, en het leven en de dood en zoveel er tussenin. 

Het is bijzonder hoe onze vriendschap blijft groeien en ik koester het meer met elke maand die voorbij gaat. Hoe ze na Otis zijn geboorte elke maandag, precies op zijn tijd, een berichtje stuurde. Voor weken en maanden tot ik stoppen moest met het tellen van mijn tijd zonder. Hoe we elkaar inspireren en luisteren en ze me laat geloven en mij telkens durft te pushen in beter en meer zonder mijn gevoelens voorbij te gaan. Het is bijzonder en moeilijk maar vooral waardevol hoe dit groeit door verlies en ik waardeer haar eerlijke oprechte zijn in mijn leven zo ontzettend.  Dat verlies niet enkel kil en donker is leer ik in hoe mooi wij samen groeien. 

Al sinds Otis zijn geboorde wordt er gepraat over een nieuwe baby. Vanuit medisch oogpunt. Vanwege de donor. Vanuit onze wens, die er natuurlijk is, maar ik voelde me er niet klaar voor. Het kostte mij drie jaar om zwanger te worden van Otis, en veel energie en hormoonbehandelingen en eindeloos geduld. Toen voelde mijn hart sterk en vol energie om het te laten slagen. Nu voel ik enkel kwetsbaarheid over alles wat mis kan gaan. 

[ Sidenote: Een jaar na Otis zijn geboorte kwamen we in een moeilijk medisch conflict met onze vruchtbaarheidskliniek. Zij bleken te hebben gelogen over belangrijke medische gesprekken en dat voelde als in een mes in ons rug na al zoveel verdriet. Na eindeloos veel woorden kwam er uit dat ze zich niet hadden gehouden aan de wetgevingen rondom donoren, en konden ze niet garanderen dat wij onze behandeling op konden pakken met de cryo’s die er nog lagen vanuit ons ICSI-traject.  & er zijn oneindig veel woorden die ik aan deze periode kan geven, maar weinig is passend bij het verdriet en de boosheid die ik voelde, en voel. Dat een plek als deze, waar je met zoveel onzekerheid en met je grootste levenswens heen gaat, zo omgaat met de kwetsbaarheid van mensen zal ik nooit begrijpen. Dat ze allen schuld aan een ander toewezen nog minder. Het voelde juist om geen –juridische- strijd aan te gaan maar te kiezen voor onszelf, maar er blijven dagen dat ik wens dat we anders hadden gekozen. Onrecht over mijn traject en kinderen, geboren of ‘nog in de vriezer ; -)’ voelt als gemeenst wat mij kon worden aangedaan na ons verlies. /Sidenote.]

Het ligt nog geen vijf maanden achter ons dat we hier voor het laatst aan een tafel met verschillende artsen en boze woorden zaten. En nu staan we hier, voor de deur om te starten. Het voelt zo dubbel en ik voel me intens verdrietig om hier te zijn zonder duidelijk te voelen om welke van de vele redenen precies. 

We worden vriendelijk ontvangen bij de balie. We gaan zitten op één van de banken in de wachtruimte en voorbijgaande artsen en verpleegkundigen begroeten ons glimlachend alsof het nooit anders was dan dit. Het voelt als poppenkast in het echte leven en ik blij dat M. dit spel beter spelen kan dan ik. Dan blijkt onze afspraak net te vallen bij de arts die leidend was in dit hele gebeuren en ze doet kil en afstandelijk en ik voel me kwetsbaar en klein. Zodra we weer in de auto zitten durf ik mijn hart lucht te geven en huil ik alle spanning eruit. We hebben de grootste drempel, onze eerste afspraak, gehad. 

post2018-1_1.jpg
post2018-1_2.jpg
post2018-1_3.jpg
post2018-1_4.jpg
post2018-1_5.jpg
post2018-1_6.jpg
post2018-1_7.jpg
post2018-1_8.jpg
post2018-1_9.jpg
post2018-1_10.jpg
post2018-1_11.jpg

Jolanda Boer // Fotograaf voor het vastleggen van echte, pure en liefdevolle momenten. Werkzaam vanuit Drenthe; beschikbaar door heel Nederland

@ instagram.

jolanda boer
A
B
C
D